Thriller
Een goede mailvriendin noemde laatst mijn verhaal over wat er die nacht ‘gebeurd’ was een verhaal dat zo in een thriller had gekund. Daarom voor de lezers onder ons die van enge verhalen houden…
Het begint te schemeren als ik naar buiten ga. Ik loop door de weilanden maar de omgeving waarin ik rondloop is me onbekend. Er is weinig te zien. Het enige wat ik om me heen zie zijn uitgestrekte, inmiddels donkere, weilanden met kale zwarte bomen langs de randen. In de verte is er een donker en verlaten huis te zien. De ramen van het huis zijn ingegooid en de wind blaast de gordijnen door de kapotte ramen. Vlak naast het huis staat een oud kerkje en een met hekken omheinde begraafplaats. De omgeving is zwart, uitgestorven en geeft een guur en eng gevoel. Iets in mij zegt dat ik deze duistere plek moet verlaten maar ik weet niet hoe. Ik lijk niet weg te kunnen komen. In de verte fluistert een stem ‘Emmes’. Er weerklinkt een echo: ‘Emmes, emmes, emmes’. Ik draai me om en zie in het huis, wat onbewoonbaar leek, achter een van de ingeslagen ramen een man in een fauteuil zitten. Verder is het huis leeg. Waar komt die man vandaan? Die zat er net toch niet? Waarom kan ik hem niet zien? En wie zegt er ‘Emmes’ en wat betekend dat? Ondanks dat ik bang ben dwingt iemand me naar het huis te lopen. De weg er naartoe is pik en pik zwart. Zwart gras, zwarte bomen, zwarte hekken, zwarte ramen. Alles zwart! ‘Emmes’. Daar is het weer! Wat betekend het? Wie roept dat?
Als ik dichterbij het huis kom zit de man inmiddels bij één van de ramen. Hij zit zo laag dat je alleen zijn ogen en neus kan zien. Maar geen gewoon hoofd, nee het hoofd van een skelet alleen wél met ogen erin. Donkere zwarte/bruine ogen. De wind waait hard en loeit met een eng geluid rondom het huis en de begraafplaats. Ik wil niet dichterbij komen maar ik loop als een persoon met een pistool op zich gericht gedwongen door. Dan een windvlaag en ineens vind ik mezelf terug in een grijze jurk die beter betiteld kan worden als ‘zak’. Mijn haar zwart, mijn gezicht donker en ik loop ineens op blote voeten. ‘Emmes’ fluistert weer die stem en weer is daar die echo. Ik weet niet wat het betekend maar iets in mij kan dit woord vertalen in opdrachten. Één opdracht. Ik moet over de begraafplaats lopen. En niet gewoon lopen maar letterlijk over de graven lopen. Over de doden. Want als ik niet doe wat er gezegd wordt zal ik mijn ongeboren kind kwijt raken. Dan ineens veranderd mijn beeld. Ik kijk toe op wat er gebeurd. Ik zie in de verte het huis, de man en de begraafplaats. En ik zie mezelf lopen. Lopen van het ene op het andere graf met mijn handen stevig om mijn buik. Bang om mijn ongeboren kind te verliezen aan deze man die alleen maar ‘Emmes’ roept met zijn duistere stem en vanachter het raam naar mij kijkt.
Ik schiet omhoog en ineens is er licht, witte muren en één blauwe muur met vlinders. Mijn eigen slaapkamer. 05:00 op de klok. Ja, dit was een nachtmerrie. Ik laat mezelf na een slokje water terugvallen in mijn kussen. Ineens een lange witte ziekenhuisgang. Een deur staat op een kier. Achter deze deur is een lege ruimte. Er staat een ziekenhuisbed maar verder niks. Ik ga erop liggen. Ik ben moe en ik voel me niet zo lekker. Langzaam zie ik een boven dat bed waar ik in lig cijfers opdoemen. Het blijkt een monitor te zijn die mijn hartslag meet. Ik lig fijn te slapen. Naarmate de tijd vordert zie ik mijn hartslag zakken. Nog verder zakken tot de welbekende vlakke lijn in beeld komt. Ineens komen er uit allemaal hoeken van de ziekenhuisgang familieleden en artsen. De enige gezichten die ik kan zien zijn die van mijn moeder en mijn reumatoloog. Er wordt een groot apparaat uit de kast gehaald. ‘Reanimeren’, hoor ik iemand roepen. Mijn reumatoloog geeft mij een schok. Er verschijnt een hoop licht en in de verte hoor ik een geluid, een soort ringtone. Maar voordat ik kan reageren is het weg. Oh nee daar is het weer. Wat is dat voor geluid? Na een klein 5 minuten ben ik eindelijk uit mijn diepe, hele diepe slaap gehaald en blijkt het 08:30 te zijn. Het geluid? Mijn wekker.
Goeiemorgen! En dat meen ik. Na dit soort nachten ben je toch blij dat er gewoon weer een nieuwe dag aanbreekt? En met een beetje geluk is die dag zonnig en om van te genieten.
Liefs, Tineke
Nachtmerries: In mijn geval een gevolg van medicijnen, mijn ziek zijn en alles wat daarbij komt kijken. Wat ik me nog elke keer afvraag en ook serieus interessant vind, is hoe het kan dat een hoofd dit soort dingen kan verzinnen zonder dat je er überhaupt mee in aanraking bent gekomen. Dat is, geloof ik, voor meer mensen een mysterie want tot dusver is niemand zo goed geweest om het op te kunnen lossen. Welkom in de wondere wereld van het brein en wat deze doet onder invloed van medicijnen en een ziekte.