Toegankelijkheid
Toegankelijkheid… Een woord waar ik het laatste half jaar steeds meer mee te maken krijg. Ik probeer al vanaf april langere afstanden te leren lopen. Alleen na twee terugvallen zit ik nu opnieuw op maximaal 2 á 3 minuten lopen per dag. Daarnaast kan ik ook niet veel langer stil blijven staan. Ik krijg dan erge pijn in mijn benen die alleen overgaat met zware medicijnen en rust. Ik ben heel dankbaar dat ik niet volledig in een rolstoel zit, maar constant letten op toegankelijkheid en zaken vooraf regelen zodat ook op andere plaatsen je toegang niet belemmerd wordt is redelijk nieuw voor mij. Dit gaat nog weleens mis omdat ik simpelweg nog weleens vergeet dat het nodig is.
In korte tijd heb ik mezelf veel bijgeleerd over wat er eventueel allemaal mogelijk is qua toegankelijkheid. Vooral met OV/Taxi en vliegtuig. Je kan een plek meestal ook even bellen of ze toegankelijk zijn. Maar je kan moeilijk contact opnemen met élke plek die je bezoekt of speciaal vooraf gaan kijken. Soms weet je namelijk vooraf helemaal niet waar je exact allemaal naar toe wil.
Het was me nooit eerder zo erg opgevallen hoeveel winkels onhandig hoge drempels of trappen hebben. Toiletten op onhandige en veel te kleine plekken. Liften die kapot zijn. Roltrappen die alleen naar boven gaan en niet meer naar beneden. Stellingen die zo dicht op elkaar staan dat je amper durft te ademen als je er langs rolt. Ik heb laatst al eens een hele stellingkast omver gereden in de apotheek.
Nu kan ik met met mijn Segway op veel ontoegankelijke plekken wél komen en hier een daar een paar stappen zetten als het moet. Lucky me! Alleen wil je met 2 á 3 minuten lopen per dag zuinig zijn om extra pijn te voorkomen. Én ook mijn Segway stopt bij dikke stoepranden, hoge drempels, nauwe doorgangen trapjes etc. Dat kan frustrerend zijn. Ik denk dat het nog niet eens altijd de frustratie van de ontoegankelijkheid is maar dat in die gevallen vóór jou bepaald wordt wat wel en niet kan en niet dóór jou. Dat is een HEEL groot verschil!
Een goed voorbeeld daarvan was het dorpsfeest van afgelopen week. Dat ik dit jaar moeilijker mee zou kunnen helpen wist ik vooraf. Ik had daarom speciaal gevraagd of er misschien een andere taak voor mij was. Zo kon ik de voorverkoop van de toegangskaarten doen en ben ik overdag af en toe kort gaan helpen. Dan is het minder druk en is er volop ruimte om te zitten. Op de vrijdagavond na gondelvaart is de prijsuitreiking en een feest voor de bouwers. Ik had kaartje voor dit feest gekregen.
Net voor vertrek naar de feesttent kreeg ik een appje van mijn vader: ‘Segway kan niet mee.’ ‘Ingang hoog!’. Mijn moeder besloot snel samen met mij in de auto te stappen zodat we op tijd zouden zijn en ik toch de prijsuitreiking zou kunnen meemaken vanaf een stoel. We kregen met onze wagen de publieksprijs en de tweede jury prijs. Super!
Je ziet al die blije gezichten van de mensen die keihard gewerkt hebben om de wagen in elkaar te krijgen en de 60.000 bloemen er op tijd op te prikken. Je wil naar ze toe om dit moment met ze mee te vieren en samen nog een drankje te drinken. Alleen zodra de prijsuitreiking voorbij is worden de stoelen weggehaald en wordt er een dansvloer gecreëerd (logisch bij een feest). Bij mij ging er op dat moment meteen een soort onzichtbare timer lopen. Ik moest bedenken hoe ik binnen 2 minuten mijn moeder ging vinden in een overvolle tent én bij de auto zou komen. Dat ik dit feest ging missen was al duidelijk maar ik wilde niet op de koop toe nog een nacht niet slapen van de pijn. Ik liep zo snel mogelijk langs al die feestende mensen. Ik heb onfatsoenlijk snel afscheid genomen of ik ben mensen zelfs voorbij gelopen. Ik wilde binnen de tijd die ik heb de auto halen. Deze bleek een eind verderop te staan omdat er geen parkeerruimte meer was. Ik zie mijn moeder ineens voorbij lopen om de auto snel te gaan halen. Zij wil mij ook die extra pijn besparen. Uiteindelijk komt ze met de auto op me af rijden en brengt ze me naar huis. Ik bedank haar met een dikke knuffel en stuur haar terug om toch nog feest te gaan vieren met de anderen. Dat ik niet mee kan betekent niet dat anderen daarom het feest moeten missen. Ik krijg eenmaal thuis nog een berichtje van mijn vader die nog in de tent staat: ‘Waar zijn jullie? Ik zoek jullie…’ Ik heb geantwoord dat mijn moeder naar hem onderweg was en hem veel plezier gewenst.
Het contrast is zo groot. Ik verlaat het feest en loop tegen de klok om erger te voorkomen terwijl ik in mijn ooghoek de rest nog de polonaise zie lopen. Dit is eigenlijk precies de reden dat als ik weet dat ik iets niet kan of dat het niet toegankelijk is, ik liever helemaal niet ga. Een trucje om mijn brein een voor de gek te houden. Als je niet live geweest bent weet je niet (minder goed) wat je mist. Dat klinkt gek maar voor mij werkt het. Ik kan dan foto’s of filmpjes terug kijken en daar helemaal geen last van hebben. Op het moment dat je er al bij bent zit je zo in die sfeer en wil je zo graag ook ‘gewoon’ even meedoen.
Achteraf hadden we kunnen proberen om te kijken of we met sterke mannen mij erin hadden kunnen tillen. (Mijn Segway weegt alleen al 70 kilo dus tillen is niet het meest voor de hand liggend.) Of dat er een andere manier mogelijk was geweest die ter plekke geconstrueerd had kunnen worden. Maar je wil de prijsuitreiking graag horen dus in de ‘heat of the moment’ besluit je anders. Helaas heb ik ook de two-minute-deadline gemist. Oftewel ik heb er qua pijn ook nog een dag extra van nagenoten.
Gefrustreerd geweest, geëvalueerd (berichtje naar de organisatie) en ook van geleerd. Althans ik.
Én hopelijk ben ik niet de enige die hier iets van geleerd heeft en kan het een volgende keer (in samenwerking) anders.
Op naar volgend jaar!
Op naar een toegankelijker Nederland zou ik eigenlijk willen zeggen.
Liefs, Tineke